Aan de andere kant van het Tonle Sap Meer gelegen en voor vele de toegangspoort tot het wereldberoemde tempelcomplex Angkor Wat. Siem Reap is een heerlijke stad om te verblijven. Vele lokale restaurantjes, eetstalletjes en barretjes maken de stad sfeervol en levendig, maar toch nog steeds typisch Cambodjaans.

De tempels van Angkor behoren tot één van de wereldwonderen. In de hoogtijdagen kende de stad meer dan 100 tempels. Nadat de grootste nederzetting van het Khmer Rijk naar Phnom Penh verhuisde, is de stad in verval geraakt en heeft het oerwoud de vrije had gehad. Nadat de Fransen tijdens de kolonialisering een deel van de stad hadden ontdekt, zijn er diverse expedities geweest en is de stad blootgelegd. Elke dag komen er dan toeristen vanuit de hele wereld. Tot op de dag van vandaag worden er nog steeds tempels blootgelegd en gerestaureerd. Een werkelijk magnifiek stukje menselijk bouwwerk waar u van zult genieten!

Phnom Penh werd vroeger ten tijde van de kolonisatie ook wel het “Parijs van het Oosten” genoemd. De stad ademt nog steeds een Franse sfeer uit. Phnom Penh is een typische Aziatische stad met kleurrijke markten, eetstalletjes, terrasjes en straatverkopers. Het is hier relatief rustig in vergelijking met andere Aziatische steden en de inwoners zijn zeer vriendelijk en trots op hun stad.

Mondulkiri is zeer dunbevolkt: de provincie is ongeveer 3x groter dan Gelderland maar er wonen slechts 40.000 mensen. De hoofdstad heet officieel Sen Monorom, maar de meeste Cambodjanen noemen deze plaats ook Mondulkiri. Sen Monorom ligt op 900 m hoogte; de stad heeft daardoor een koeler klimaat dan de rest van Cambodja.

In tegenstelling tot wat veel toeristen denken, is Mondulkiri gemakkelijk over de weg bereikbaar. Het grootste deel van de bijna 400 kilometer van Phnom Penh naar Sen Monorom bestaat uit goed berijdbaar asfalt of gravel. Na de brug over de Mekong bij Kompong Cham is er bovendien vrijwel geen verkeer meer. Het landschap is zeer gevarieerd: bossen afgewisseld door grote open vlaktes, groene heuvels en droge savanne. Nu eens lijkt het landschap op het heuvelachtige Wales, dan weer waan je je in de droge gebieden van Afrika inclusief hutjes van stro, en een paar kilometer verderop rij je door dichte jungle.

Sen Monorom zelf is niet veel meer dan een dorp. De meeste toeristen gaan eropuit om de watervallen in de omgeving te bekijken. Er zijn enkele heel indrukwekkende, maar uiteraard vooral in of vlak na de regentijd. Helaas zijn de meeste wegen rond Sen Monorom dan slecht begaanbaar, al wordt er gewerkt aan verbetering. Een trek op de rug van een olifant brengt uitkomst, want die dieren banjeren overal vrolijk doorheen.

Ten zuidwesten van Siem Reap, aan de overkant van het Tonlé Sap meer, ligt Battambang (spreek uit: Bad’mboong).

Tijdens het Rode Khmerbewind werd ook de bevolking van Battambang gedwongen te verhuizen naar het platteland. Het stadje zelf heeft in die tijd betrekkelijk weinig schade opgelopen, maar na de Vietnamese invasie is er in en rond Battambang zwaar gevochten. De Rode Khmer wist in 1994 zelfs weer tijdelijk controle te krijgen over de stad.

Het is een rustig, zelfs wat slaperig stadje, maar je vindt er fraaie voorbeelden van koloniale architectuur. Battambang ligt aan de Sangker en langs die rivier staan oude Franse winkels. In het zuidelijke deel van de stad staan prachtige koloniale villa’s. Ook vind je er vele Thaise invloeden, aangezien de provincie Battambang lange tijd onder Thais bestuur stond. Je kunt er nog steeds betalen met de baht, de Thaise munteenheid.

Battambang is de rijstprovincie van Cambodja. Rond de stad liggen uitgestrekte rijstvelden, die worden afgewisseld door schilderachtige dorpjes. Ook zijn er nog vele overblijfselen van Khmer tempels te vinden.

Een van de mooiste routes in Cambodja is een boottrip van Battambang naar Siem Reap. De boot vaart de Sangker af en het laatste stukje gaat over het Tonlé Sap meer. Je vaart langs beschermde "wetlands" en langs de oevers zie je het leven van de lokale bevolking. Deze tocht is overigens alleen aan te raden als het water hoog genoeg staat. Aan het einde van de droge tijd staat het water zo laag, dat de boot vaak vast komt te zitten en de reistijd oploopt naar meer dan tien uur.

Stueng Treng is een klein plaatsje aan één van de zijrivieren van de Mekong. Hier staat de tijd stil en geniet u van het leven in het Cambodjaanse achterland, heerlijk ontspannen aan de oevers van de rivier.

Kratie is een dorpje aan de Mekong Rivier. Het is zeer gemoedelijk en de ideale uitvalsbasis om de zelfzame Irrawady dolfijnen te zien. Ook kunt u het pondje pakken naar Koh Trong, een klein eilandje in de Mekong Rivier waar de mensen nog op een traditionele manier wonen. Het eilandje is bezaaid met kleine houten huisjes op palen. Hier kunt u een prachtige fietstocht maken.

De afgelegen provincie Ratanakiri ligt in het noordoosten van het land. In de dichte bossen en het prachtig groene natuurschoon wonen de Khmer Leou bergvolkeren, een minderheid in Cambodja. Ban Lung is de grootste nederzetting in Ratanakiri waar de bladeren aan de bomen het hele jaar een roestrode kleur hebben. Dit komt doordat ze bedekt zijn met een laag rode aarde. De stad wordt dan ook wel Dey Krahorm genoemd, wat rode aarde betekent. Op een paar kilometer van Ban Lung ligt het vulkanische meer Yeak Loam. Hier maakt u prachtige wandelingen en kunt u een verfrissende duik nemen. In deze regio zijn ook meerdere watervallen te vinden met name in het Virachey Nationaal Park. Dit park is ook het leefgebied van de tijger. De authentieke dorpen van de diverse stammen en het adembenemende landschap is een waar hoogtepunt.

Op bijna 250 kilometer van de hoofdstad Phnom Penh ligt het Botum Sakor Nationaal Park. Met een oppervlakte van 1834 vierkante kilometer is dit het grootste nationale park van Cambodja. Het park is gelegen op een schiereiland in de Golf van Thailand en wordt omringd door mangroves en stranden. Botum Sakor is het thuis van verschillende wilde dieren zoals olifanten, herten, luipaarden en Maleise beren.U kunt met een bootje de mangroves invaren om zo een glimp van lokale fauna op te vangen. Langs het water ziet u ook verschillende aapsoorten zoals makaken, gibbons en pygathrixen. Een andere optie is om het park over land te verkennen tijdens een trektocht samen met een ranger.